Woensdagmorgen zijn we vertrokken richting Friesland, de
weersvooruitzichten waren geweldig namelijk dagen ± 24 gr en
volop zon .Onze eerste stop en overnachting is in Elburg op de
camperplaats. De camperplaats beschikt
over stroom,douches, toilet en sani.

Ooit was Elburg een vissers- en handelsplaatsje dat rechtstreeks
op de zuiderzee uitkeek. Na eeuwenlang te kampen hebben gehad
met overstromingen werd, na de tweede Sint Marcellusvloed (1362)
en de watervloed van 1367 het besluit genomen dat Elburg moest
worden verplaatst.De voormalige Zuiderzeestad Elburg heeft een
kleine haven in de nabijheid de Vischpoort. Deze poort werd
onder de naam Visscherstoren als gesloten verdedigingswerk
gebouwd, maar werd in 1592 omgebouwd tot de huidige open
poorttoren.

In 1992 werden er opnieuw poortdeuren in aangebracht. In de
Jufferenstraat staat met een neoclassicistisch bakstenen poortje
de voormalige, in 1854 door de Joodse gemeenschap gebouwde
synagoge. Ze werd gebouwd op de fundamenten van het huis van
graaf Hendrik van den Bergh. Het gebouw, dat na de Tweede
wereldoorlog niet meer in gebruik kwam als godshuis, is nu onder
de naam Sjoel Elburg een museum dat herinnert aan de Joodse
gemeenschap van de stad en van Nederland.
Het Munthuis van Elburg is gevestigd in de Vischpoortstraat.
Langs de stadsmuur nabij de haven ligt de oudste nog werkende
touwbaan van Nederland. In de Schapesteeg staat het in gotische
stijl gebouwde Arent Thoe Boecophuis. Dit gebouw had de
rentmeester voor zijn opdrachtgever de hertog van Gelre laten
bouwen, die het op zijn beurt aan de rentmeester schonk. Diens
kinderen verkochten het in 1401 aan de stad Elburg. Vanaf 1401
tot 1954 was er het stadhuis van Elburg gevestigd. In de
Zuiderwalstraat bevindt zich achter een groene houten deur de
kloostertuin van het uit de 15e eeuw stammende voormalige
Agnietenklooster. Hier was na 1954 het gemeentehuis gevestigd en
thans herbergt het Museum Elburg.
Na Elburg zijn we naar Vollenhove gereden en de de
auto op de camperplaats neergezet bij de plezierhaven.

Vollenhove
is ook een oud vestigingstadje met een haventje wat door het
oude centrum loopt met verscheidene terrasjes en eetgelegenheden
aan het water. In Vollenhove zijn vele historische gebouwen te
vinden. De Grote of Sint Niklaaskerk is een laat-gotische
hallenkerk, die gebouwd is omstreeks 1500. De kerk, die men op
het Kerkplein kan vinden, is tussen1968 en 1976 gerestaureerd.
Deze kerk is in gebruik bij de protestantse kerkgemeente .

We hebben niet overnacht in Vollenhove maar zijn
doorgereden naar Harlingen waar we via het centrum naar de
camperplaats bij de sluis zijn gereden , deze sluis is de
toegang tussen de waddenzee en de binnenwateren van Nederland.

Twee eeuwen lang bestaat Harlingen, gelegen op een bogtigen
uithoek der kust, in de schaduw van de universiteitsstad
Franeker. Maar door de verbinding met de zee nam de welvaart
gestaag toe. Vroeger lag de stad westelijker dan vandaag, maar
de zee sloeg regelmatig land weg.
In 1644 kwam de Friese
Admiraliteit van Dokkum naar Harlingen. De Zuiderhaven kreeg het
karakter van marinehaven. De vermaarde Tjerk Hiddes de Vries
wordt er later luitenant-admiraal. De krijgsvaart bleef echter
van minder belang dan de handelsvaart. Talrijke schippers
onderhielden beurtvaarten naar de Waddeneilanden, naar alle
hoeken van de provincie en naar de Zuiderzeehavens, waarvan
Amsterdam de belangrijkste was. De stad kende veel nijverheid.
Er waren scheepswerven, bierbrouwerijen, zeep- en
zoutziederijen, steen- en pottenbakkerijen, kalkovens, graan- en
zaagmolens. Maar zoals dat al eerder het geval was met de
Hanzesteden aan de toenmalige Zuiderzee, werd Harlingen in de
volgende eeuwen voorbijgestreefd door Amsterdam en Rotterdam.
Toch bleef Harlingen als kustvaart- en vissershaven met veel
voorzieningen en het nieuw gegraven Van Harinxmakanaal van groot
economisch belang voor Friesland. Ook de grotere zeilschepen
meren in Harlingen aan om van daaruit makkelijk in open zee te
komen.

In het oude centrum van Harlingen vind je veel
winkeltjes en terrasjes zelfs drijvend in de grachtjes.
Na de overnachting in Harlingen zijn we naar Sneek gereden .
Sneek is gelegen nabij het Sneekermeer en is onder andere bekend
vanwege de historische binnenstad, met onder meer de Waterpoort,
en de Sneekweek zoals die elk jaar de vele toeristen trekt.

Sneek is ontstaan in de 10e eeuw op een hoger gelegen zandige
landtong (Sneek = Ter Snake = op landtong) en is tot
ontwikkeling gekomen na de aanleg van de zuidelijke dijk van de
Hempolder Scherhem. Daar kruiste deze de vaarweg (in oude
documenten Magna Fossa, groot kanaal, genoemd) naar het
noorden. Deze vaarweg naar het noorden (Geeuw, Sneeker Oudvaart)
was nodig geworden omdat de Middelzee door dichtslibbing
verloren was gegaan.
Na het bezichtigen van Sneek zijn we door Franeker gereden
maar omdat we niet in het oude centrum konden komen zijn we hier
niet gestopt. Vanuit Franeker zijn we naar de camperplaats in Bergum
gereden aan het kanaal .

Bergum was in 1747 een
van de eerste plaatsen in de toenmalige Republiek waar de
Pachtersoproer uitbrak. Vanuit Groningen en Friesland
verspreidde deze sociale onrust zich naar andere delen van het
land. Tot 1930 behoorde ook Noordbergum bij het dorp, wat toen
een zelfstandig dorp werd. Sinds 1989 is de officiële naam van
het dorp het Friestalige Burgum, voorheen Bergum. Hier in
Bergum zijn we 2 dagen gebleven en hebben genoten van het mooie
najaarsweer.

E-mail : dehoekiesEDgmail.com
|